· 

Hornøya

We schrijven 22 mei 2017. Ik ben met mijn broer Erwin afgereisd naar Varangerfjord, helemaal in het noordoosten van Noorwegen. Na enkele dagen door de Finnmark provincie te hebben rondgetoerd, komen we aan in Vardø, het meest oostelijk gelegen visserstadje van Noorwegen. Van hieruit kunnen we de ferry nemen naar Hornøya, een gekend vogeleiland in Varanger. Als we 's morgens inschepen, zijn onze verwachtingen hoog. Volgens de Biotope gids van Birding Varanger is dit een "must see" voor de regio. Het is wel koud en winderig, maar dit was het eigenlijk al de hele reis. Wat een idee ook om zo vroeg in het seizoen naar dit gebied af te reizen. Volgend jaar wordt het zeker zuiderse vogels spotten in Bulgarije of Spanje ofzo. Maar goed, we zijn hier nu en we vergeten maar wat snel de koude als we steeds opnieuw vergast worden op nooit eerder geziene vogelsoorten.

Het doel van onze dag is duidelijk: we willen de kortbekzeekoeten zien én we willen een paar mooie foto's nemen van de papegaaiduikers en andere klipbroeders. Dat laatste wordt duidelijk geen probleem, de kliffen zitten vol met vogels. Elke ietwat horizontaal liggende vierkante centimeter is ofwel bezet door een nest ofwel bescheten met een hoge berg poep. Gelukkig slaan digitale foto's niet alle geneugten van de zintuigen op. Wie weet komt ooit de dag dat dit wel mogelijk is, misschien dat ik me dan toch wat meer richting flora-fotografie specialiseer... 

Erwin laat er geen gras over groeien en begint als een bezetene te fotograferen... Nu ja, hij is eigenlijk meer op zoek naar die Giervalk die hier regelmatig wordt gespot. Fotografie is voor hem maar een bijzaak en gelijk heeft hij. Ik ben intussen al verder geklauterd op het eiland als hij zijn eerste foto's neemt van de broedende Zeekoeten en Papegaaiduikers. Van op afstand bekeken vind ik dit beeld meer dan een foto waard en besluit ik hem te vereeuwigen in zijn drang naar bewijsfoto's. Meer dan een 300mm heb je hiervoor duidelijk niet nodig, de vogels vliegen hem om de oren.

Maar genoeg gezeverd, over naar de reden van mijn bezoek aan dit overweldigende vogeleiland, de broedende vogels en mijn drang naar wat "aardige plaatjes".

Ze zitten echt dichtbij en storen zich niet aan onze aanwezigheid. Voor hen zijn wij geen gevaar, ze zijn zich meer beducht voor Erwin's favoriet, de Giervalk. Het geheugenkaartje in mijn D500 krijgt heel wat te verwerken. Broedend, vliegend, parend, struikelend, kibbelend, landend, roepend of eenvoudigweg rustend gevogelte.

Na wat portretfotografie en wat eenvoudige vogelbeelden, besluit ik dat het tijd is om de autofocus van mijn Nikon eens uitvoerig te testen. Had ik niet ergens gelezen dat naar je toe bewegende dieren de beste test zijn voor de AF-functie van je toestel? Wel, hier heb ik wel héél veel meewerkende fotomodellen! Ik zoek een strategische plaats op het wandelpad en begin te mikken op de tientallen aanvliegende vogels. Al snel blijkt dat niet de autofocus de beperkende factor is, maar eerder mijn gebrek aan mikkunsten. Het kadreren van deze snelle jongens loopt duidelijk niet van een leien klifje. Eén van mijn favoriete beelden van de dag blijkt dan toch wel nét de vleugeltip van de witgebrilde zeekoet te missen, zeker? Och ja, mijn beelden zijn niet voor in de boekskes, dus een kleine onvolmaaktheid mag wel, zeker? Later krijg ik de tip van een Birdpix adept om een laagje blauwe lucht boven de uiterste vleugelpunt te leggen, maar tot vandaag probeer ik me van dit type trucjes te onthouden.

Dan maar verder oefenen en leren mikken op die snelle jongens. De zoom wat minder zetten en misschien wachten tot ze bijna landen? Goed idee, maar misschien wat makkelijk? Ik wil toch tenslotte die wereldfoto waar iedere vogelfotograaf van droomt en eeuwige roem mee vergaart? Bij iedere foto van een landende vogel is steeds wel één of ander storend voorwerp terug te vinden. Of een onscherpe vogel die niet in de lens kijkt, of een té veel van vogelkak voorziene landingsplaats, of... In elk geval zal ik op deze manier nooit de gedroomde crop kunnen maken. 

Dan maar eens iets anders uitproberen? Of hebben we genoeg foto's van de zeekoeten? Ja, eigenlijk wel, laat we nu onze pijlen maar eens richten op de papegaaiduikers!

Ze zijn duidelijk veel minder talrijk dan de zeekoeten. Het is dan ook kwestie om ze eerst met het blote oog tussen alle aanvliegende vogels te herkennen. Daarna proberen om die ene gevonden "puffin" in het vizier te krijgen en dan ook nog hopen dat hij in de gewenste richting komt aanvliegen. Gelukkig heb ik al uitvoerig op de zeekoeten geoefend, want anders zou dit zeker een onbegonnen werk zijn geweest. Het is nu kwestie om de schaars aangeboden momenten ten volle te benutten. En ja, na een half uurtje concentratie lukt het me toch om een aantal mooie vliegbeelden te maken van deze papegaai der duikers. De foto's zouden helemaal af zijn geweest mochten de aanvliegende oranjepoten ook nog eens een snavel vol visjes hebben gehad, maar daarvoor is het natuurlijk nog te vroeg op het jaar.

En ja, ik zou het bijna vergeten, was niet één van mijn hoofddoelen op dit eiland om de kortbekzeekoeten te twitchen? Straks moeten we terug de ferry op en heb ik nog geen enkele foto van deze zeldzaamheid. 

Ze zitten daar maar wat apatisch rond te kijken en zijn maar met een 500-tal paartjes aanwezig, maar toch zijn ze het waard om de nodige tijd aan te besteden. Vooral de witte streep in de kortere bek (zou hij daaraan zijn naam danken :p) en de diepe brilsnede achter het oog vallen me op. Eerst denk ik aan een gewonde vogel, maar gezien al zijn soortgenoten diezelfde snede vertonen, zal het wel normaal zijn zeker?

Eerlijk? Ik had me van deze vogel toch net iets meer voorgesteld...

Maar goed, hij maakt me een klick en een lifer rijker!

 

Reactie schrijven

Commentaren: 0